Naam initiatief
De Duurzame School
Naam initiatiefnemer
Jan J. Koster
E-mail adres
jan@evolve-yourself.nl,
jan@j2k.nl
Provincie
Gelderland
Bezoekadres
Oude Kraan 72,
6811 LL Arnhem
Postadres
Postbus 9
6800 AA Arnhem
Doel
Concretiseren van de doelstellingen van het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling in levensechte situaties
Doelgroep(en)
Scholen voor basis- en voortgezet onderwijs en MBO
Door wie is het initiatief gestart?
Individuele ondernemer
Heeft het initiatief medestanders gevonden?
Ja, overig
Is het initiatief ondersteund door een organisatie en zo ja door welke organisatie?
Inhoudelijke ondersteuning van een overheidsorganisatie
Procesondersteuning van een overheidsorganisatie
Omschrijving initiatief
Eigenlijk verbazen wij ons er over dat niemand eerder het concept van De Duurzame School heeft ontwikkeld. Het is zo eenvoudig en voor de hand liggend, alle ingrediënten liggen voor het oprapen. Maar het is dus nog steeds niet gekomen tot de (unieke) combinatie van een evolutie van natuur- en milieueducatie, een paradigmashift in het onderwijs en een competentiegericht onderwijs in authentieke omgevingen in een internationale context. Wij vinden het des te meer opmerkelijk, omdat het nationale programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling 2004-2007 alle uitdagingen biedt voor een nieuw denken in het Nederlandse onderwijs. Wij lichten de verschillende elementen van dat Nieuwe Denken kort toe:
1. een evolutie van de NME
Als wij kijken naar ‘cultureel erfgoed’ van de Nederlandse natuur- en milieubeweging valt het ons op dat de restanten van de NME wereld uit de vorige eeuw goed geconserveerd worden. Het gaat in dat (gedateerde) over de nieuwe Leerlijn Natuur, met als ondertitel het versterken van aandacht voor natuur en natuurbeleid in het onderwijs, een overzicht van doelen, werkwijzen en inhouden. De verschillende participanten delen de ultieme liefde voor de mens en de natuur. Maar het valt op dat men persoonlijke belangen en frustaties verpakt in professionele argumenten. De focus is helaas slechts gericht op de exacte vakken, biologie, aardrijkskunde en natuurkunde. De NME uit de vorige eeuw wordt gepresenteerd als top-down, projectmatig, inhouds- en aanbodgericht. De geringe kennis van zaken over de actuele stand van zaken in de verschillende sectoren van het onderwijs is schrijnend. Men lijkt niet in de gaten te hebben dat de wereld buiten de NME is veranderd en dat men intussen de enorme rijkdom aan kennis en ervaring in de wereld van natuur en milieu 'verkwanselt’. Wij pleiten juist voor een ‘out of the box’ denken. Een denken waarbij de (vak)docent niet meer de ‘changing agent’ is en de inhoud van het (vak)onderwijs niet meer het ultieme uitgangspunt is. Wij willen van perspectief veranderen, nieuwe uitdagingen zoeken en natuuronderwijs (of leren voor duurzame ontwikkeling) integreren in het reguliere onderwijs. Wij gaan uit van jongeren in deze samenleving, over wat hen bezighoudt en wat zij als ‘fun’ in het onderwijs ervaren.
2. een paradigmashift in het onderwijs
Wij pleiten voor een overgang van het traditionele onderwijs naar het Nieuwe Leren. Dat kan door uit te gaan:
- van subjectieve kennis in plaats van objectieve kennis
- van kennisconstructie in plaats van kennisoverdracht
- van leren in plaats van onderwijzen
- van betekenisvol in plaats van zinvol
- van gehelen (totalen) naar deel in plaats van deel naar geheel (fragmentatie)
- van prestaties vergelijken met vorige prestaties in plaats van prestaties vergelijken met gemiddelde
- van werk- en leermeester in plaats van werkmeester
- van appel op meerdere (max. 9) intelligenties in plaats van een appel op twee intelligenties
- van eerling-volg-jezelf-systeem in plaats van een leerling (achter) volgsysteem
- van een gericht zijn op ervaring opdoen en uitleggen in plaats van een gericht zijn op lezen en luisteren
- van een op zoek naar waar iemand goed in is in plaats van het op zoek naar wat iemand niet kan
- van een samen leer je meer dan alleen in plaats van een samen doen is afkijken
- van het gaat erom wat je (nog niet) weet in plaats van het gaat erom wat je (niet) weet
- van competentiegericht onderwijs in plaats van kennis en (deel)vaardigheidsgericht onderwijs
- van 'er bestaat geen contextloze kennis' in plaats van 'kennis wordt onafhankelijk van context opgeslagen'
- van een onderwijs dat constructie/ontwerpgericht is in plaats van een onderwijs dat beheersingsgericht is
- van brede ontwikkeling in plaats van vakinhoud
- van een docent die het leerproces stimuleert en de rol heeft van expert, instructeur, coach, trainer, loods, adviseur n plaats van een docent/expert die de lesinhoud bepaalt en vooral instructeur is
- van een leren voor nu in plaats van een leren voor later
- van intersubjectief beoordelen in plaats van objectief beoordelen.
3. een competentiegericht onderwijs in authentieke omgevingen
Wij pleiten voor een leren door doen, in levensechte (beroeps)situaties. Leren in de moderne maatschappij gaat niet alleen over leren om je werk beter te kunnen doen. Het is ook belangrijk voor andere domeinen in een mensenleven. Wat mensen in een samenleving aan kennis, inzicht, vaardigheden en competenties nodig hebben, is niet eenduidig in een blauwdruk vast te leggen. De eisen veranderen met de tijd en zijn ook niet allemaal te vatten in formele dipoma’s. Wij onderscheiden formeel leren, non-formeel leren en informeel leren. Formeel leren gebeurt op school of een ander opleidingsinstituut. Bij succesvolle afsluiting wordt een stempel gegeven in de vorm van een diploma of getuigschrift. Non-formeel leren leidt meestal niet tot een diploma, maar het is wel gestructureerd en gebeurt met een bewust doel. Het gaat vaak om situatiespecifieke kennis en het ontwikkelen van vaardigheden binnen een concrete context. Zoals een bedrijfstraining, een sportkaderopleiding of een computercursus. Informeel leren vindt vaak onbewust plaats, door te doen en te ervaren.
4. een internationale context
In deze 24-uurs economie moeten mensen met uiteenlopende informatie en databronnen omgaan, zich handhaven in een internationale, instabiele omgeving, verschillende soorten kennis combineren, met verschillende mensen samenwerken, enz. Uiteindelijk gaat het in de kenniseconomie, die draait om nieuwe ideeën, innovatie en ondernemerschap, om een meer generieke eigenschap van mensen en organisaties: creativiteit. Creativiteit heeft te maken met beseffen wat je niet weet en op grond van dat besef te handelen. Het is het vermogen problemen op te lossen als ze op je weg komen en kennis uit het verleden toe te passen in nieuwe situaties. Kortom: het gaat om te blijven leren in de meest brede zin van het woord, omdat zich steeds nieuwe situaties voordoen, waarvoor niet altijd een oplossing of antwoord klaarligt.
Wij focussen op talent en talentontwikkeling. Zonder talent kan geen kenniseconomie en –samenleving floreren. Mensen die met hun creativiteit en specialisme weten in spelen op nieuwe kansen of veranderingen in hun omgeving, komen er niet vanzelf uit. Dit vergt een stimulerende en inspirerende omgeving waar mensen hun talenten kunnen ontwikkelen en toepassen. Dat begint op school, maar gaat door op het werk en andere plekken in de samenleving. De school is dus de plek waar formeel geleerd wordt. Het nieuwe leren stelt andere eisen aan de schoolomgeving. Een ideale leeromgeving biedt voldoende structuur om kennis op te doen, maar stimuleert tegelijkertijd creativiteit en initiatief om met die kennis eigen talenten te ontwikkelen. Scholen kunnen zich op verschillende manieren ontwikkelen tot een ideale leeromgeving. Allereerst door het creëren van een omgeving waarin mensen optimaal hun talenten kunnen ontwikkelen. En tot slot door het verbeteren van de interne organisatie. Een ideale schoolomgeving kan alleen worden gerealiseerd met een goede organisatie en voldoende middelen. Dat betekent voor de meeste scholen een radicaal herontwerp van de organisatie van de school met alle werkprocessen. De school van vandaag staat niet op zichzelf. Maar het voert te ver om de school als totaaloplosser te zien voor alle maatschappelijke problemen. Het gaat er in eerste instantie om dat de school zich verbindt met zijn omgeving om zijn kerntaak goed te kunnen vervullen: herleren. De kwaliteit van de school wordt mede bepaald door de netwerken die zij onderhoudt. Scholen ontwikkelen zich tot brede leercentra in de regio. Steeds meer scholen gaan ook samenwerkingsverbanden aan met bedrijven en instellingen in hun omgeving. Deze samenwerking wordt steeds belangrijker voor scholen om bij te blijven met de veranderende praktijk. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van duale trajecten, en niet alleen voor het beroepsonderwijs.
Duurzame ontwikkeling is de resultante van duurzaam gedrag. Duurzaam gedrag op zich is niks. Als mensen zich duurzaam gedragen of willen gedragen, dan nemen zij hun omgeving in brede zin in zich op, verwerken die prikkels op een bewuste wijze, houden rekening met hetgeen hun gedrag voor effect kan hebben op die omgeving en blijven dat continue doen. Het gaat dus niet om het ‘hier en nu’ maar om het ‘daar en straks’. In hoofdstuk 2 werden de prominente ontwikkelingen in de westerse samenleving genoemd die voor de levende, dus lerende mens van belang zijn. Dat is dus de basis voor duurzaam gedrag en daarmee ook voor het Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Logisch gevolg is dan dat wij niet voorstaan dat duurzame ontwikkeling een losstaand item, een aparte leerlijn of iets dergelijks is maar het bewust overal en altijd wordt ervaren, eraan wordt gewerkt, ermee wordt gewerkt. In praktische kansen bij de doorwerking van het natuurbeleid in het onderwijs. Wij scharen ons achter de aanbevelingen van het rapport van Futureconsul (project Onderwijs en Natuur, Loek Treep, ministerie LNV): stel de jongeren - waar het in het onderwijs meestal om gaat - centraal; ga uit van wat hen bezighoudt en hoe ze ermee bezig zijn; ga uit van de maatschappelijke ontwikkelingen en de daarmee samenhangende ontwikkelingen in het onderwijs; haal meer winst uit meer samenwerking en een betere kennisbenutting.
Wat draagt het initiatief bij aan een duurzame samenleving?
Jongeren leren leren in een duurzame context. En daardoor ook volwassenen.
Wat leren mensen die betrokken zijn bij het project (van elkaar, van het materiaal, van het proces)?
Zij leren levenslang leren in een duurzame context.
Wat kunnen anderen van dit initiatief leren?
Dat levenslang leren in een duurzame context direct aansluit op hun persoonlijke talent, creativiteit en bestaan.
Wat heb je nodig om dit initiatief te realiseren?
Commitment en communicatie. Ofwel: talentvolle, creatieve en ondernemende schoolleiders die een geleide vernieuwing van onderaf op gang brengen. Evolutie in plaats van revolutie, met de focus op een paradigmashift
Indien u de informatie op dit formulier heeft ontleend aan een website kunt u dan hier de bron aangeven?
www.j2k.nl , http://buc.schule.at/webpageensi.php